Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Bernardus van Huis, dat is mijn volledige naam. Roepnaam Bernard. Ik ben op 28 oktober 1950 geboren ‘Op Stört’, even buiten Leens richting Warfhuizen. Ik kom uit een groot gezin van acht kinderen, ik was nummer zes. Veel van mijn broers en zussen zijn over heel Nederland uitgevlogen. Ik kom uit een arbeidersgezin. Mijn vader is bijna zijn hele leven boerenarbeider geweest maar sleet uiteindelijk bij de stofzuigerfabriek in Wehe-den Hoorn zijn laatste werkdagen.
Toen ik vier jaar was, verhuisden we als gezin naar het dorp Leens zelf. Nadat onze oudste zich aandiende, hebben we een jaar op de Leenstertille gewoond. Ik verdiende destijds 27,50 gulden per week terwijl de huurlasten alleen al 18 gulden per maand waren. Om dat te bekostigen moest ik vervolgens aan het eind van de maand in de rij staan om bij de gemeente een aanvulling op mijn loon te krijgen om de huur te kunnen betalen. Dat vond ik vreselijk en toen ik dit aankaartte bij mijn baas, kreeg ik meer loon.
Na de Leenstertille volgde de Burgemeester van Iperensingel en in 1992 namen we financieel gezien de beste beslissing uit ons leven door voor nieuwbouw te kiezen in de vorm van een twee-onder-een-kapwoning aan de Douwensterweg in Leens. Daar wonen we nu al weer dertig jaar met heel veel plezier!
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 18 februari 1969 getrouwd met Jantje Kremer. Ik leerde haar kennen op het dorpsplein in Hoogkerk toen ik ‘op plof op zoek was noar de wilde wiev’n’. Na ons eerste afspraakje kreeg ik eerst nog de bons en werd ingeruild voor iemand die een auto had. Later is het uiteindelijk allemaal goed gekomen. We waren beiden achttien jaar toen we trouwden en onze bruiloft was enigszins een moetje want niet veel later diende zoon Albert zich aan.
Ik zeg wel eens gekscherend dat onze eerste zich snel en onverwacht aandiende maar dat het een lange en zware bevalling was. ‘Normaal vroagst mie alles moar hier hast gain hulp bie nödig zeker’, meer heeft mijn vader er niet over gezegd. Maar ik moest het vervolgens wel zelf aan mijn moeder vertellen, dat wilde hij niet doen.
In 1974 werd onze dochter Roelie geboren. Het duurde lang voor Jantje zwanger werd maar de geboorte ging zeer voorspoedig. Precies de omgekeerde weg als bij Albert dus. Albert woont overigens met zijn partner in Haarlem en is IT-specialist bij de bloemenveiling in Aalsmeer. Roelie werkt als verkoopster bij de Xenos in Groningen en is getrouwd met Arjen Fledderman. Hun zoon Justin is 24 jaar oud.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik wist op de lagere school in Leens al dat ik automonteur wilde worden. Ik was vroeger altijd aan het sleutelen, bijvoorbeeld aan brommers, en vond het geweldig. Ik ging dan ook naar de LTS in Wehe maar daar hadden ze helaas geen automonteurrichting. Ik koos daarom voor het machinaal bankwerken, ook leuk om te doen. Mijn leraren hadden graag gezien dat ik door zou leren en naar de MTS zou gaan. Maar ik wilde graag geld verdienen, net als mijn kameraden. En op mijn 15e ging ik met mijn LTS-diploma van school.
In die tijd kwam er in het laatste jaar iemand van het arbeidsbureau langs en ik kreeg drie briefjes met adressen waar ik als automonteur aan de slag kon. Garage Bakker in Mensingeweer was er één van en hier ging ik in het begin op mijn fietsje heen om te werken. De keuze viel op deze locatie omdat het een VW-dealer was en dat vond ik mooie auto’s. Wekelijks ging ik een dag naar school om mijn monteurdiploma te halen en ik heb in de loop der jaren talloze cursussen gevolgd om uiteindelijk als technisch specialist te eindigen. Ook haalde ik mijn leermeester diploma.
Met Bakker kon ik lezen en schrijven. Een echte liefhebber van VW en Audi en die liefde droeg hij aan mij over. Mijn broer werkte bij een Fiat-garage in Groningen. We voerden vaak lange discussies over auto’s en hij kon mijn opmerking dat Fiat’s auto’s van niks waren, uiteraard niet waarderen. Na 23 jaar kwam er een eind aan de werkrelatie met Bakker. Hij was achteraf gezien de baas waar ik mijn mooiste werktijd beleefde. Bakker verkocht namelijk zijn zaak aan Dijkema. Ook een prima baas maar wel een stuk jonger als de vorige met uiteraard andere inzichten en ideeën.
Dijkema verkocht de zaak op den duur aan Century in Groningen maar ik bleef eerst nog twee jaar in Mensingeweer werken. Dat veranderde toen ik in 2000 servicemanager in Winsum werd. Meer een aansturende rol dus en ik mocht destijds zelfs de eerste paal in de grond slaan en haalde daarmee de kranten. Het bedrijf werd daarna verkocht aan Pon. Een bedrijf waar de nodige managers werkten en dat leidde tot allerlei regeltjes waar ik mij lang niet altijd in kon vinden.
Af en toe een botsing kon niet uitblijven en toen we in 2006 een slechte periode doormaakten behoorde ik tot de 45 werknemers die ontslagen werden. Dat was voor mij een hard gelag. Ik was 55 en had op een jaar na veertig jaar voor één en hetzelfde bedrijf gewerkt. Op het arbeidsbureau wist men mij te vertellen dat het niet mee zou vallen om weer aan de slag te gaan. Ik besloot toen een flyer te maken met daarop vermeld al mijn werkervaring en hiermee ging ik diverse garages in Groningen langs om mij als zzp-er aan te bieden.
Bij mijn eerste gesprek was het al raak maar het arbeidsbureau kon zich niet helemaal vinden in mijn gevolgde procedure. Maar als pay-roller heb ik vervolgens wel tien jaar lang bij meerdere garages gewerkt. Ik keerde als automonteur terug naar de basis en even was daar de vraag of ik het fysiek allemaal nog wel aankon. Dat bleek mee te vallen al kwam ik wel tot de conclusie dat werken bij vier verschillende garages in één week tijd te veel van het goede was. Eén van die garages was die van Storm Schipper in Haren. Vast wel een bekende naam in jouw omgeving want hij woont in Stedum. Uiteindelijk heb ik dit werk tot mijn 68e volgehouden. Toen gaf mijn lichaam aan dat het genoeg was geweest.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik heb dus bewust langer doorgewerkt omdat ik het werk nog steeds zo mooi vond en bijvoorbeeld ook goed met computers kon werken en dus met de tijd mee ging. Maar ik kreeg steeds meer last van hartkwaaltjes waardoor ik uiteindelijk noodgedwongen gestopt ben met werken. En ik moet zeggen, daar heb ik het de eerste twee jaar moeilijk mee gehad, ik miste vooral het vaste dagritme.
Inmiddels gaat dat iets beter. Dat komt omdat ik mij op het knutselen gestort heb met de houtbewerking als voornaamste tijdverdrijf. Je ziet hier in de kamer bijvoorbeeld lampen en een tafeltje die ik zelf gemaakt heb. Ik ben nu bezig met monnikenwerk door een pijporgel te maken, inclusief alle details. Daar ben ik al jaren zoet mee.
En inmiddels ben ik vrijwilliger geworden bij FC Leo. Wat wil je ook met een schoonzoon die voorzitter is van de club. Elke vrijdagmiddag maken we met zijn drieën de kleedkamers schoon en dat is altijd heel gezellig. Ik ging altijd al wel bij het eerste kijken en dit is er dus bijgekomen. In de zomerperiode zijn we veelvuldig op de camping in Eernewoude te vinden. Daar hebben we een bootje liggen en we fietsen er veel.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Ondanks dat het een moetje was, kijk ik toch met veel plezier terug op onze trouwdag. Onze zoon werd geboren toen we achttien waren maar wat was het een mooi moment. Dan ben je op slag volwassen natuurlijk. Uiteraard behoren ook de geboortes van onze dochter en kleinzoon tot de hoogtepunten.
En de dieptepunten?
Mijn ontslag bij Century voelde als een mokerslag. Dat blijkt wel uit het feit dat ik net voor de mededeling nog aan het orgelspelen was, ook een grote hobby van mij, en dat vervolgens een jaar niet meer heb gedaan. Het gemis van het bedrijf, mijn collega’s en al die VW’s en Audi’s om mij heen was groot.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Toen ik nog bij Bakker werkte, moest ik er vaak als bijrijder met de kraanwagen op uit. Ik heb als hulpje regelmatig de auto van menig dronken automobilist uit het water moeten halen. Een keer moesten we er met de wagen heen en die sloeg ter plekke af en we konden hem maar moeizaam aan de praat krijgen. ‘Dat krijg je hé, met zo’n Ford’, hoorden we dan van omstanders terwijl we natuurlijk een VW-wagen hadden. Mijn collega kon zich hier behoorlijk door laten opnaaien maar ik bleef er rustig onder.
Toen we de Mercedes eindelijk uit het water getakeld hadden, vroegen we aan de dronken chauffeur waar we de wagen heen moesten slepen. ‘Naar Groningen’ was het antwoord en hij wilde zelf meerijden. Maar voorin bij ons was er geen plaats meer. Hij ging toen in zijn eigen wagen zitten die we half hellend op sleep hadden en we zagen hem in de achteruitkijkspiegel bij de bochten druk meesturen. We kwamen bijna niet meer bij….
Ook was er een jongeman die in de plomp gereden was en zijn vader er bijhaalde. Toen wij arriveerden was de auto nergens meer te bekennen. ‘Ga het water in om de auto te zoeken’, sommeerde pa tegen zijn verbouwereerde zoon die net weer droog was. Uiteindelijk heeft hij hem gevonden en konden wij hem eruit takelen.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Mijn houten orgel aan de loop krijgen. Het gaat al met al om zo’n 104 pijpjes en dan komen de klepjes er nog bij. Heel veel onderdelen dus en ik ben er nu al zo’n vier a vijf winters mee bezig. De benodigde informatie hoe alles moet werken, heb ik van internet gehaald. Deze winter wil ik dit project graag afronden.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik kan niet zeggen dat ik spijt heb van bepaalde zaken, ik heb al mijn keuzes bewust gemaakt. Misschien zou ik het de volgende keer anders aanpakken maar dat is wat anders dan spijt hebben.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Minstens een 8,5. We zijn in armoede begonnen maar kregen het steeds beter. De volgende generaties zullen het moeilijker krijgen, vermoed ik.
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘Gewoon doorgaan’, dat is mijn levensmotto en ik probeer ook van lastige zaken vaak een lolletje te maken. Het kan altijd minder hé. Sommige mensen moeten met hun neus over de grond kruipen van ellende maar hebben altijd lol. Daar spiegel ik mij graag aan….