Het is maandagmorgen even voor achten wanneer ik aan dit verhaal begin. De laatste slaapuurtjes waren zeer verwarrend en onsamenhangend. Ik merk dat mijn hersens op volle kracht proberen om allerlei verbanden te leggen tussen de verschillende beelden die langs schieten. Ietwat onrustig word ik wakker. Werk aan de winkel, denk ik direct. En proberen structuur aan te brengen aan een in alle opzichten zeer bijzonder en uniek trainingskamp op het idyllische Schiermonnikoog. Zo moeilijk is dat eigenlijk niet, het valt in vijf kernwaardes samen te vatten: Springfield, It Aude Beuthus, Tox, Monnik en natuurschoon….
Verlies
Maar we beginnen dit verhaal bij het begin. Misschien was deze editie er wel niet geweest zonder het verlies van dierbaren. Wanneer ik het gezelschap om mij heen eens screen, merk ik dat menigeen in een nog niet eens zo ver verleden een ‘eerstegraadsdierbare’ heeft verloren. Eind vorig jaar was het wat dat betreft helemaal bal. Dat schept ergens ook een band. Gedeelde smart is nog altijd halve smart maar kan ook tot dubbele vreugde leiden. En uit is goed voor u.
Daarbij zijn de resultaten van ons als vierde elftal de laatste jaren niet om over naar huis te schrijven. Het kampioenschap in 2016 lijkt inmiddels al weer ver voltooid verleden tijd. Des te meer kunnen we dan genieten van een puntje in Onderdendam en een gestolen overwinning in Zuidhorn, mede ingegeven door enige (jonge) gastspelers.
Vlak voor dit kamp ging het weer mis. Van de 13 deelnemers haakten er twee voortijdig af. Een skiongelukje en de nodige ziektebacillen draaiden de aspiraties van twee vaste deelnemers aan gort. Gelukkig toverde een speler die de donderdag zijn eerste training in jaren bezocht, nog een verrassing uit zijn hoge hoed. De TD ging ook mee. En zo ging een elftal vol jonge honden plus de supervisor op pad….
Bij aankomst…
Moesten we natuurlijk eerst inchecken. We waren zo vroeg dat ons logeeradres nog op slot zat. Geen nood, eerst de plaatselijke buurtsuper maar even bezoeken en een scootmobiel regelen. In de buurtsuper kwamen we nog een bekende tegen die na wat omzwervingen weer vaste grond gevonden heeft op het eiland. En ons verraste met de mededeling dat de man die ons in 2008 naar het kampioenschap schoot, nogmaals doel getroffen had.
Na ons geïnstalleerd te hebben, was het tijd voor een versnaperingetje. Tijdens het kringgesprek werden de komende uren doorgenomen. Het blijkt allemaal niet zo moeilijk te zijn. Eerst even een biljartje leggen of darten in It Aude Beuthus. Dan een verplaatsing van 200 meter naar de Tox voor een warme maaltijd. Terug naar It Aude Beuthus danwel Springfield voor een tussendoortje en tot slot ouderwets pieken in De Tox. Tot zover was het allemaal nog redelijk overzichtelijk….
De magie van de Tox
Dat veranderde tijdens ons tweede bezoek aan De Tox of eigenlijk al in die eerdere kroeg toen de deur openging en de sexuologe binnenkwam. Je hoorde de toko en al wat daar inzat even zijn of haar adem inhouden. Een prettige verschijning derhalve en in haar kielzog zorgden drie vriendinnen voor een bijzonder kwartetje. Waarbij menig gesettelde man met kinderen afviel en een van ons zich bijna met bijtwonden in de schouder moest laten behandelen.
De beloofde eeuwige trouw bleek in de praktijk iets lastiger te hanteren (en dan heb ik het gelukkig niet over ons gezelschap, wees gerust) en toen ik mij in de Tox op een krukje voor de WC’s settelde verbaasde ik mij op pole-position over wat er allemaal inging en niet meer uitkwam. Om maar te zwijgen over wat er op de dansvloer gebeurde. Het sprookje ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand’, kreeg voor mij een nieuwe dimensie. Na een zwanenzang en een stukje opera inclusief voorwaartse peergreep worstelde menigeen met de priemende kwestie welke ene vraag nu aan de sexuoloog te stellen tijdens ons gratis consult. Het bleef nog lang onrustig…..
De Monnik
‘Zijn we er weer ingetuind!’ Ik hoor het Herman Kuiphof nog zeggen na de verloren WK-finale tegen West-Duitslang in 1974. Vorig jaar werden we tijdens een oefenpartij tegen De Monnik afgedroogd. Dit nooit weer, werd toen unaniem besloten. Een strandpartijtje leek veiliger. Tot zo’n jonge knaap in de Tox aan ons vroeg of ze niet even tegen ons konden ballen omdat hun tegenstander had afgezegd. Ach, even 7 tegen 7 op een half veld kon geen kwaad toch? En anders bleef de Monniker kantine ook gesloten….
Afijn, toen alle schaapjes zich weer gemeld hadden op Springfield en na een stevig ontbijt werden de trainingskleren aangetrokken. Die jonge knaapjes bleken toch wel te kunnen ballen en een was zo snel als de brandweer. De goals vlogen ons aan alle kanten om de oren en af en toe maakten we er zelf gelukkig ook een. ‘Zijn we er weer ingetuind’, dacht ik na mijn zoveelste bezoek aan het toilet. Gelukkig bleek onze tegenstander nog nooit van het fenomeen ‘winnende goal’ gehoord te hebben.
Zo ging iedereen als winnaar de kantine in. De kantinebaas verblijdde ons met een heerlijke schaal bitterballen en na enige flesjes Freddy togen we gelukzalig terug naar Springfield om ons voor te bereiden voor nog een huzarenstukje….
Het slotakkoord
Hetzelfde parcours als de vorige avond werd wederom succesvol afgelegd. Al waren we in de Tox nu weggemoffeld in een hoekje. Het eten smaakte er niet minder om maar die gekrulde patatten bleven ons verbazen. Friese Folklore misschien? In het Boothuis zag ik wederom een bekend gezicht. De kantinekroegbaas had zich bij onze selectie gevoegd en vertelde in geuren in kleuren vijf keer hetzelfde verhaal dat al mooier en onwaarschijnlijker werd.
Zelf ging mijn lampje in de Tox al vrij snel uit en dus zocht ik redelijk vroeg mijn bedje op. Mede ingegeven door de traditionele zondagse wandeltocht. Waarin wij ons ook nu weer vergaapten aan het prachtige natuurschoon op Schier. Staand bij de rode vuurtoren, hoorden en zagen wij de ruisende golven. Omringd door een bontkleurige fazant, half struikelend over een overstekend konijn en uitgescholden door een koppeltje rotganzen. Prachtig.
Na de schoonmaakronde brachten twee taxibusjes ons naar de boot die net aanmeerde. Het wassende water klotste hevig over de kade. Twee dagen (over)vloed, mooie herinneringen die langzaam wegebben. Het kan verkeren, zo sprak Bredero ooit al eens. Dit zou toch niet onze laatste trainingskamp op Schier geweest zijn? Organisatie bedankt. Schier bedankt voor jullie gastvrijheid, ‘we’ll meet again!’ Jongens, bedankt voor het helend samenzijn. Alleen ga je sneller, samen kom je verder. Ook in een verwerkingsproces….