Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Alje van Bolhuis is ook mijn volledige naam. Ik ben op 5 september 1951 geboren in Winsum, aan de Schoolstraat 15 in Obergum. Lang heb ik daar niet gewoond want na een jaar verhuisde de familie van Bolhuis naar de Molenstraat. Ik ben telg nummer vier uit een arbeidersgezin dat uit zes personen bestond. Een nakomertje ook die vijftien jaar na zijn oudere broer werd geboren. Mijn broer en een van mijn zussen zijn inmiddels overleden. Mijn zeven jaar oudere zus Aty woont ook in Winsum. Mijn vader had een dubbele baan. Hij begon ’s morgens om 05.00 uur in de melkfabriek te werken, pikte vervolgens thuis rond 13.00 uur een powernapje van een uurtje mee om vervolgens hier in de regio verzekeringen aan de man te brengen.
Echt veel omzwervingen heb ik vervolgens niet meer gemaakt. Mijn werk bracht mij op jonge leeftijd naar Bolsward waar ik een jaar in de kost ging. In mijn studententijd keerde ik terug naar het ouderlijk huis. Na in 1976 getrouwd te zijn, gingen we in het plan Nova Zembla wonen, achter daar waar nu de Albert Heijn zit. In 1983 volgde een verhuizing naar Baflo, daar hebben we ongeveer vijf jaar gewoond. Vervolgens keerden we in 1988 terug naar Winsum, naar de Hoofdstraat. En daar wonen we nog steeds. Dik dertig jaar inmiddels en met heel veel plezier.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1976 getrouwd met Anita Huberts. Ik heb haar tijdens mijn studententijd begin jaren zeventig in Groningen leren kennen. Ik was toen DJ in discotheek Blauwe Bok waar zij regelmatig kwam. We raakten aan de babbel en van het een kwam het ander. Ik had nu ook in Groningen een mooi plekje om te overnachten.
Het huwelijk heeft ons twee kinderen geschonken die allebei met hun gezin in Winsum wonen. Danielle is 37 en werkt als coach. Michel is 34 en is jurist voor de gemeente Het Hogeland. Beiden hebben net als ik rechten gestudeerd in Groningen. Zonder dat ik ze hiervoor gepusht heb overigens. Ik ben in het rijke bezit van vier kleinkinderen, drie kleinzoons en een kleindochter, in leeftijd variërend van twee tot zeven jaar oud.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Winsum afgerond te hebben, volgde de HBS in Warffum. Dat ik uiteindelijk bij de overheid aan het werk gegaan ben, was niet iets wat ik toen al voorogen had maar toch onbewust gevoeld moet hebben dat ik hiervoor geboren ben. Misschien deels door plichtsgetrouwheid maar ook met als doel om de ambtelijke taal op een begrijpelijke manier over te brengen naar de ‘gewone man’. Mijn vader stimuleerde mij ook om door te leren maar ik wist niet goed in welke richting. Mijn zuster Aty wees mij toen op de vacature leerling ambtenaar bij de gemeente Winsum.
Dat leek mij wel wat en dus ben ik eerst aan het werk gegaan. Ik verrichtte allerlei verschillende klusjes en volgde de cursus Gemeente Administratie. Vervolgens zag ik na twee jaar dat er in de gemeente Bolsward een mooie vacature was waar ik aanzienlijk meer kon verdienen. Ik ging hier van 200 naar 600 gulden in de maand maar moest wel in de kost. Het was niet alleen maar werken want ik trok er met een mede-kostgenoot ook regelmatig op uit om te stappen. Misschien was dit ook wel het laatste zetje naar het besluit om aan de Rijksuniversiteit Groningen rechten te gaan studeren.
Een studie die ik in 1976 afgerond heb. Het was een beregezellige tijd. Met naast het serieuze studeerwerk ook het werk als DJ, student assistent en medewerker in de rechtswinkel dat mij ook nog eens nuttige contacten voor later opleverde. Ik hoefde niet in militaire dienst omdat ik door een zwakke rug buitengewoon dienstplichtig verklaard werd waardoor ik direct aan de slag kon. Ik solliciteerde vervolgens in februari 1976 succesvol bij het stedenbouwkundig adviesbureau Bugel en Van Dijk in Groningen als planologisch-jurist. Hier beleefde ik zeven mooie werkjaren maar door de recessie kwam er de klad in de orders waardoor ik 1983 ontslagen werd.
Ik kreeg een vergoeding van 2,5 jaar mee maar kon al vrij snel weer aan de slag. Want na veertien dagen tipte Dick Sennema mij, ik speelde met hem samen in het eerste van Viboa, dat ze bij de Provincie Groningen nog iemand zochten. Dick werkte bij de Provincie en ik moest maar even met zijn baas bellen. Henk Menninga bleek een heel geschikte man te zijn en bij de Provincie werkten meer oud-studiegenoten waarmee ik bij de rechtswinkel had samengewerkt. En zo kwam ik in 1983 bij de afdeling milieurecht terecht. Ik heb al met al 34 jaar voor de Provincie gewerkt waaronder enige jaren in leidinggevende functies op het terrein van milieu en ruimtelijke ordening.
In 1998 heb ik het managementwerk ingeruild voor de functie van projectleider van het eerste Provinciale Omgevings Plan. Dat was achteraf gezien het begin van mijn mooiste periode bij de Provincie. Na het opstellen van het POP ging ik als regiomanager aan de slag om de plannen te realiseren. Dit heb ik eerst op het Hogeland gedaan. Later volgde het Westerkwartier en Oost-Groningen. De laatste vijf jaar heb ik veel in de Veenkoloniën gewerkt. In al die jaren was het Provinciehuis in Groningen mijn thuishaven.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
In juni 2017 kwam er dus een eind aan mijn werkzame carrière, ik was toen 65 jaar en negen maanden. Dat was ook prima hoor. Ik was er mentaal klaar voor en had mijn laatste klussen afgerond. De laatste maand heb ik gebruikt om alle werkgerelateerde liedjes die ik in die tijd geschreven heb, bij elkaar te zoeken en te bundelen. Misschien is dit ook wel een ideale vraag om even wat dieper in mijn muzikale avonturen te duiken.
Want de muziek speelt een belangrijke rol in mijn leven. Dat begon al op mijn achtste, in uniform en met trom veur t lief bij plaatselijke muziekvereniging Triton. Dit heeft zo’n vier jaar geduurd. Toen ik veertien was, kreeg ik mijn voor mijn verjaardag de single ‘Get off my cloud’ van de Rolling Stones. Een paar jaar later kocht ik mijn eerste akoestische gitaar. Deze kostte 35 gulden bij het Noorder Muziekhuis. Ik heb nooit les gehad maar leerde mij zelf alles aan. Op mijn werk speelde ik met mijn baas Henk Menninga in een band en dit stimuleerde mij misschien ook wel om eind jaren tachtig samen met Jannie Schaaphok en Coen van der Molen de Boetenbaintjes op te richten.
Met de Boetenbaintjes hebben we tot 2000 opgetreden en we maakten in al die jaren vier albums vol met nummers in het Gronings. Zelf heb ik twee soloalbums uitgebracht en daarnaast heb ik bijvoorbeeld ook nog opgetreden met Simon van Dam (Siemen Pommel) en Alfred Maring (Alje & Alfred). Ik heb voor Wia Buze de afgelopen jaren ruim twintig nummers geschreven, iets wat ik nu af en toe nog steeds doe.
Ik denk dat ik al met al zo’n 150 nummers (alleen muziek of alleen tekst, maar meestal beide) geschreven heb die op CD te horen zijn. Eind jaren ’90 heb ik samen met diverse Groninger artiesten meegewerkt aan het project ‘Oafslag Noord’, dat werd uitgevoerd op de grotere podia in de provincie. De liedjes zijn overigens ook op CD verschenen. In het jaar 2000 heb ik voor Radio Noord een uurtje muziek met gasten op de zondagmorgen gepresenteerd onder het motto ‘Aanschoaven bie Alje’. Ik kreeg zelfs ooit de mogelijkheid om bij Noord aan de slag te gaan als hoofd amusement maar hier heb ik uiteindelijk van afgezien.
Verder slokte ook het voetballen veel van mijn vrije tijd op. Ik ben ooit begonnen bij Hunsingo maar zo ongeveer in 1971 zette ik mijn ‘carrière’ voort bij Viboa. Een superspeler was ik niet, wel heb ik ongeveer tien jaar in het eerste gespeeld met af en toe een uitstapje naar het tweede.
Toen ik in Baflo woonde, speelde ik nog een paar seizoenen voor CSB wat in 1987 tot een mooi kampioenschap leidde. Al met al heb ik tot mijn 53e gevoetbald. Daarna heb ik nog een tijdje hardgelopen en nu is het voornamelijk wandelen en fietsen (twee keer per week met een fietsmaat van mij) geblazen. Daarnaast schrijf ik af en toe een column voor Winsum Nieuws en ik lees graag.
De eerste anderhalf jaar na mijn pensionering was ik druk met het opknappen van het huis en met nog enige losse klussen. Eind vorig jaar kwam hier een einde aan en er volgde een klein dipje, ik moest op zoek naar een nieuwe balans. Ik denk die nu gevonden te hebben. Er ligt een afspraak met Rob Mulder om te gaan vloggen voor Grandioos Groningen en verder ga ik mij actief inzetten voor de 24 uurs loop voor kankerpatiënten (SamenLoop voor hoop) die volgend jaar juni in Winsum plaats gaat vinden. En natuurlijk passen we tegenwoordig met veel plezier op onze kleinkinderen.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Vanuit het emotionele gezien is het antwoord de geboorte van onze kinderen en kleinkinderen. Maar daar ik ook een beetje een dromer bent, zit het soms ook in het moment, in iets kleins. Ik weet nog dat ik bij de Provincie moest beginnen met mijn nieuwe baan. Een dag van te voren werd ik met Viboa 2 kampioen en dat feest werd tot ver in de kleine uurtjes gevierd. Ik ben daardoor de volgende morgen halverwege de rit naar het werk omgekeerd, want ik voelde mij hondsberoerd.
Mijn vrouw was zo goed om met ‘baas Menninga’ te bellen. Die reageerde gelukkig heel begripvol met de mededeling dat ik dan maar een dag later moest beginnen. Ik vond het een geweldige reactie en zo’n offday is mij daarna nooit meer overkomen. Eigenlijk is dit dus meer een belangrijk leermoment dan een hoogtepunt, niet dan?
En de dieptepunten?
Het verlies van dierbaren, je weet dat het bij het leven hoort maar het blijven littekens. Mijn vader en moeder zijn op betrekkelijk jonge leeftijd overleden en hebben weinig tot niets van mijn werkzame en muzikale carrière meegekregen. Dat vind ik heel jammer. Want zeg nou zelf: wat is een prestatie waard als er geen vader of moeder is om er over op te scheppen? Ook mijn broer en oudste zus zijn zoals eerder opgemerkt inmiddels overleden, dus met zus Aty ben ik nog over van het gezin van Bolhuis. En dat gaat overigens in uitstekende harmonie.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Wanneer we hier nog enige uren gaan zitten praten, dan zou er nog genoeg in me opkomen. Maar je zit al bijna aan je twee A4-tjes toch?
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
We zijn geen reislustige types dus in die richting moet je het niet zoeken. Wel kijk ik met heel veel plezier terug op de tijd dat we er met de vouwwagen op uit trokken met onze kinderen. Vaak in Nederland, een enkele keer gingen we de grens over. Misschien dat ik ooit nog eens een boek ga schrijven, dat is wel iets waar ik over nadenk. Dat moet dan wel iets speciaals worden, want ik heb al een tweetal boeken/boekjes achter mijn naam staan: ‘Scharrelaaier’, een dichtbundeltje uit 1990 en ‘Op of ien buus’, een boekje met verhalen en gedichten uit 2001.
Vroeger had ik twee wensen. Dat een nummer van mij op Radio Noord uitgezonden zou worden en dat ik een keer op zou mogen treden op het ‘Molleboon-festival’ in de Molenberg in Delfzijl. Beide doelen zijn eind jaren ’80 al gerealiseerd, achteraf zijn er nog vele liedjes op de radio gedraaid en optredens gevolgd maar de ervaringen van de eerste keer horen wel bij de mooiste.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Eigenlijk geldt hetzelfde antwoord dat ik voor de vluggertjesrubriek gegeven heb nog steeds: dat ik de cursus ‘nee zeggen’ nooit heb afgemaakt.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
‘Ik mag nait mopperen, veuruit, noteer moar een acht!’
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ooit stond er als kop boven een interview met mij in het personeelsblad van de provincie uit 1989: ‘Alje van Bolhuis, meer Boetenbaintje dan ambtenaar!’ Ik geloof dat, hoewel ik mijn werk altijd met veel plezier heb gedaan, dat deze kop ook achteraf gezien klopt. Tenslotte een van de mooiste citaten die ik ken: ‘Wat haast heeft is niet belangrijk en wat belangrijk is heeft geen haast.’