Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Roelien Tjalsma, Wedergeboorte

‘Als eens mijn adem stokt, dan draagt mij Uw muziek’. Een tekst, een melodie die na een indrukwekkende tijd in mijn hoofd rond blijft zingen.

Na een moeilijke en moeizame tijd met ziekenhuisopnames en operaties, lange revalidatietrajecten in een verpleeghuis en twee verhuizingen in korte tijd, deelden we met onze lieve 87-jarige (schoon)vader Henk Mulder en lieve opa van Julian en Femke zijn laatste stukje leven in het Hippolytushoes. Hij woonde daar toen ongeveer 9 maanden.

Ik zou, naast over onze gezamenlijke liefde voor muziek, veel over hem kunnen schrijven, héél veel. Over de ruim dertig jaar dat ik hem mocht kennen. Maar zeker over de laatste 15 jaar waarin we zoveel samen deelden sinds hij weduwnaar was. Waarin hij als een soort 5e gezinslid betrokken was bij ons gezin. Maar in deze gastcolumn gaan mijn gedachten naar die hele bijzondere laatste week.

Een week waarin er zoveel gebeurde en mogelijk was; het eindexamen van onze zoon, de uitvoeringen van een musical in Middelstum (die over een begrafenis ging en nog zoveel meer), de operatie van een dierbare vriendin, de boekpresentatie van een dierbare vriend wiens levensverhaal ik had mogen uittypen. In die week kwam vader op bed te liggen Op vrijdag lukte het zitten in de rolstoel niet meer maar eigenlijk wilde hij overdag niet in bed, want dan zou hij er niet meer afkomen. Hij bedoelde eigenlijk die dag, maar later bleek, nooit meer.

Toen ik zaterdagmiddag weer bij hem kwam, lag hij nog in bed en was zeer verward, zijn altijd scherpe geest dwaalde in een andere en onrustige wereld. Het werd een onrustige en heftige nacht, een extra bed werd voor mij op zijn kamer neergezet. Tegen de zondagochtend kwam er dankzij medicatie van de doktersdienst wat rust in zijn hoofd.

Vanaf dat moment was kamer 116 in het Hippolytushoes een soort vredige oase, een ‘wereld op zich’. Dagen die ik nooit zal vergeten. Niks hoefde of moest meer: niet meer proberen te stimuleren om toch wat meer te eten, de medicijnen in te nemen, te bewegen. Het was goed om dat los te mogen laten. Praten ging steeds moeizamer bij vader, het werd een zwak fluisteren, maar er was contact. We konden ook in deze fase er nog het beste van maken, bij elkaar zijn.

Drinken lukte ook niet meer, wat vocht werd gegeven met een theelepeltje. Zo stonden er een aantal glazen met verschillend vocht op het nachtkastje te wachten op een seintje. De appelsap benoemde ik als ‘witte wijn’ (zijn favoriet), de druivensap werd ‘rode wijn’ en zo hadden we nog enkele varianten. Met een glimlach begrepen we van elkaar heel goed welk drankje werd gewenst.

Verder sliep vader veel, rustig en vredig. Als hij even wakker werd, was er oogcontact, was het goed. Wonderlijk hoe rustig en tevreden vader in bed lag. Terugdenkend aan een informatieve avond over palliatieve zorg herkende ik wat toen werd verteld over de belangrijke behoeften in deze laatste levensfase, de warme mantel.

Eigenlijk zoals een baby begint: gekoesterd worden, je geborgen voelen, aanwezigheid. Toen nog aangevuld met ‘voeden op verzoek’. Wetende dat het einde van het leven op aarde heel dichtbij kwam, in afwachting. Eigenlijk, zoals ik het toen bedacht en ervaarde, was het een soort ‘omgekeerde kraamkamer’.

De maandag verliep ook in deze vredige rust, dierbaren leefden intens mee. Ook wifi werd daarvoor ingezet. Guus kon nog aan zijn vader vertellen dat Feyenoord, ‘vaders cluppie’, eindelijk weer landskampioen was geworden. Deze vader en zoon hadden een unieke band, deelden de liefde voor de sport. Dat sportbericht kwam bij vader nog goed binnen.

Helaas was op dinsdagmorgen de onvermijdelijke wondzorg noodzakelijk. Wat was het moeilijk om de rust zo te verstoren, iemand die zo zwak is dat te laten ondergaan. Het liefdevolle, zorgzame personeel wist dit met behulp van morfine menswaardig te doen, dankbaar dat het zo gelukt was. Maar die morfine gaf een extra verzwakking. Zou vader nog weer aanspreekbaar worden of was er tijdens die wondzorg (die al zoveel jaren het leven van vader zo zwaar maakte) het laatste contact geweest…

Laat op de dinsdagavond was er gelukkig weer een dierbaar en kostbaar contactmoment. Guus kon zijn vader welterusten wensen en hem laten weten dat ik er de nacht weer zou blijven. Guus maakte met mij de duidelijke afspraak dat ik de volgende ochtend om 09.00 uur zou laten weten hoe het was in kamer 116. Hij zou eerst in alle rust onze zoon naar school brengen voor het maken van 2 eindexamens…

Het zou mijn vierde nacht worden in het Hippolytushoes bij vader op de kamer. De wondzorg was moeilijk geweest. Ik hoopte zo, dat dat op vrijdag niet weer zou hoeven. Hoe goed het samen ook was, vader was op. Zijn leven niet meer menswaardig.

Rond middernacht wenste ik vader welterusten voordat ik op bed zou gaan liggen. Op dat moment zei ik tegen hem ‘ga maar, naar God, weet je wat daar ook zo mooi is, nooit meer wondzorg, geen zere benen meer, je mag gaan, het is goed zo’. Ik kon in zijn ogen lezen dat hij me verstond. Bijzonder dat ik daarna in slaap viel, in tegenstelling tot voorgaande nachten bleef het stil op de kamer, ik heb niks meer gehoord.

Om 05.00 uur werd ik wakker, verwonderd dat er zoveel uren waren verstreken, ik hoorde de vroege vogels fluiten door het openstaande raam naast mijn bed. Het was zo vredig, ik stapte uit bed om bij vader te gaan kijken. Hij was de avond ervoor op zijn zij gedraaid met zijn gezicht naar het raam. Ik hield mijn adem even in …, zag ik het goed …, het zoemen van het luchtmatras gaf even twijfel.

Maar het was echt waar …, vader was overleden, zijn adem was gestokt … Wat was ik een soort van blij, zo diep ontroerd en dankbaar, dit moment van zo dichtbij te mogen meemaken. Zo tot het einde mee te mogen gaan, ik heb het ervaren als een wonder van wedergeboorte, een leven dat teruggegeven werd. In die vroege ochtenduren van woensdag 17 mei, zoveel rust.

Later die ochtend, bij al het geregel, zagen we dat er buiten in de zon wat vlaggen hingen, vanwege de verjaardag van koningin Maxima. Bijzonder, vader hield van het koningshuis en Maxima had een zekere voorkeur. 17 mei zal altijd een bijzondere dag blijven.

Binnenkort komen er speciale momenten langs van herdenken. Op 4 november in het Hippolytushoes, op 26 november in de kerk. De ontroering en dankbaarheid zullen blijven, de herinneringen onuitwisbaar in ons hart…….

Roelien Tjalsma, 1 november 2017

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69