Wij Nederlanders hebben het maar goed voor elkaar. We hebben een uitgebreid wegennetwerk dat ons tot in de parkeergarages van bijna alle winkels naar binnenbrengt, ook als het regent natuurlijk. Die winkels zijn op hun beurt ook weer lekker lang open allemaal, als het even kan van 8 tot 22 uur. Uiteraard kun je bij al die winkels contactloos betalen zodat het weinige geld wat in je beurs zit eventueel gespendeerd kan worden aan de koffieautomaat of in het minste geval aan de parkeerautomaat.
Het liefste ga je die boodschappen natuurlijk op zondag doen, want anders is het naast uitslapen maar een nutteloze dag geweest. Daarna nog snel even bij opa en/of oma langs dan hebben we dat voor deze maand ook maar weer gehad. Hapje eten, Studio Sport en misschien nog een filmpje half kijken want de nieuwe werkweek staat ook alweer voor de deur. De weken vliegen in een hoog tempo voorbij en het verontrustende eraan is; we zijn het tempo normaal gaan vinden. En zolang we binnen de grenzen van ons landje blijven is er eigenlijk ook niet zoveel aan de hand.
Totdat we in het buitenland zijn. Totdat we omringd zijn door mensen die er net even iets anders over denken en die met verwondering in plaats van bewondering naar ons kijken. Mensen die wél stoppen voor een voetganger in de buurt van het zebrapad in plaats van er nog net even voorlangs te gaan. Mensen die wél fooi geven in een restaurant of zelfs bij de bakker gewoon omdat ze hopen dat het bakkerszaakje nog maar lang op de hoek van het dorp mag blijven. Mensen die wél in hun middagpauze een flink stuk gaan wandelen om genietend van het uitzicht te lunchen. Mensen die wél de deur voor iemand anders openhouden omdat ze zien dat diegene de handen vol heeft.
Zolang “wij Nederlanders” hier niet mee in directe aanraking komen ontstaan er geen chemische reacties. Gebeurt dit echter wel, dan lijkt het net alsof we ons onwennig voelen in dit lagere tempo en zijn we ineens een stuk kwetsbaarder geworden dan met al onze technische tools. Er ontstaan dan vaak ook grappige situaties waarvan ik een aantal zal proberen te schetsen aan de hand van een soort vraag en antwoord spel.
Vraag: ”Hoezó is deze winkel in godsnaam nog tussen de middag gesloten?” Antwoord: ”Dat gebeurt hier wel meer, mevrouw”. In Oostenrijk en in veel andere Europese landen is het gebruikelijk dat de (kleinere) winkels tussen de middag de deuren sluiten om zo hun personeel de kans te geven om te lunchen. Hier dien ik bij te vermelden dat deze lunch niet bestaat uit een broodje kaas met melk, maar er pasta’s, schnitzels, salades en andere culinaire hoogstandjes op het menu staan. Vaak blijkt dat je aan een uur pauze niet eens genoeg hebt en veel winkels zijn dan ook tussen twaalf en twee gesloten. Vandaar dus.
Vraag: ”Waar zit op deze gletsjer de dichtstbijzijnde pinautomaat, want in het restaurant kan ik niet met mijn creditkaart betalen…?” Antwoord: “In het dorp in het dal meneer!”. In Oostenrijk en in veel andere Europese landen is het gebruikelijk dat men redelijk wat contant geld op zak heeft. Niet om het breed te laten hangen, maar omdat in veel winkels/restaurants er nog cash betaald dient te worden, zeker op een gletsjer.
Op een gletsjer (meestal 3000 meter of hoger) is geen aansluiting voor een pinautomaat en al was die er wel dan moet er met zo’n zes- á tienduizend (!) gasten per dag dagelijks iemand naar boven en beneden om hem bij te vullen of leeg te halen. Dat veel bergrestaurantjes geen pinaansluiting hebben heeft vaak met de verbinding te maken dan wel met de hoge bijdrages die (met name) creditkaartmaatschappijen per jaar vragen. Vandaar dus geen pin!
Vraag: ”Wat is de code hier van de gratis WIFI…?” Antwoord: ”Er is hier geen WIFI, jongeman”. In Oostenrijk en in veel andere Europese landen heb je nog (veel) gebieden waar in tegenstelling tot Nederland geen draadloos internet te vinden is. Sterker nog in veel (Alpen)gebieden heb je soms met je telefoon helemaal geen bereik, vaak ook nog weer afhankelijk van de weersomstandigheden.
Wat vaak niet alleen leidt tot het niet onmiddellijk kunnen delen van je foto’s op Facebook maar, nog minder, ook vaak tot ongeruste (lees: gestreste) ouders die hun kroost niet kunnen bereiken. Een tip hierin is om ouderwets een pistekaart bij je te steken en een duidelijke afspraak te maken over wanneer en waar jullie zullen gaan lunchen. En ja, dit is wel degelijk mogelijk zonder Whatsapp, Facebook en/of Twitter.
Er is overigens sowieso een leven mogelijk zonder alle moderne technologieën, zonder alles zo snel mogelijk te willen delen met anderen. Een leven in een (veel) rustiger tempo. Want wat is er eigenlijk mis met een uitgebreide lunch van twee uur lang mede mogelijk gemaakt door je werkgever waardoor je weer meer kracht en energie hebt om je voor hem in te zetten in de middag. En het is ook helemaal niet erg om een keer wat meer contant geld op zak te hebben voor een spontaan bezoek aan een restaurant waar je toevallig niet kunt pinnen. En het is al helemaal niet erg om eens een middag geen WIFI of überhaupt bereik te hebben, je zult versteld staan over hoe effectief je voor je baas bent geweest die ochtend. Je zult er ook versteld van staan hoe rustgevend een wandeling in de natuur kan zijn zonder ook maar op je telefoon te kijken naar appjes of de tussenstanden in de Eredivisie.
Je krijgt er namelijk ook een aantal onverwachte dingen voor terug in het leven, naast een stukje rust. Zo krijg je hier (in Oostenrijk) bij de lokale bäckerei of je nou fooi geeft of niet standaard een kaiserbroodje of een ander lekkernijtje kado. Of je dient weer eens ouderwets samen op een landkaart te kijken hoe je moet rijden omdat de navigatie geen bereik heeft of het hele gebied niet kent. En dan blijkt niet zozeer de plaats zelf maar meer hoe je er bent gekomen het mooiste van de route te zijn.
Een wandelrondje van anderhalf uur die twee keer zo lang blijkt te duren omdat je ineens de ‘wit-rode paaltjes’ kwijt bent. En het is ook best prettig om een goed gesprek met iemand te hebben die niet om de vijf minuten op zijn of haar mobieltje kijkt alsof het gesprek met jou totaal niet interessant is. En ik weet dat het makkelijker gezegd dan gedaan is maar probeer het eens: tandje d’r af!