Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Jack Suiveer, Heimwee naar de 4 Klasse C zaterdag deel 3

Twee weken geleden sprak ik nog met huidig vv Middelstum-trainer Jan-Jaap Zijlstra over de 4e Klasse C uit de jaren tachtig en begin jaren negentig. Prachtige derby’s, veel publiek en een behoorlijk niveau in ieder dorp. Hij debuteerde in Middelstum 1 in deze prachtige periode. Wat een geluksvogel!

Soms hoor ik mensen zeggen ‘’De 4e klasse?’’. Het was destijds een hele andere periode in de voetbalpiramide. Er bestond in die tijd nog geen Topklasse en op zaterdag zelfs geen Hoofdklasse. Het niveau van de 4e Klasse destijds is dus redelijk te vergelijken met de huidige 2e klasse zaterdag. Niet slecht voor al die kleine dorpjes in Noord Groningen.

Om terug te komen op Jan Jaap Zijlstra, hij werd in die periode als jonge speler op een geweldige elleboog in zijn gezicht getrakteerd door een speler van Mamio. Jan-Jaap had er zelfs een primeur mee in het Dagblad van het Noorden. Nooit stond er namelijk een foto van een wedstrijd uit 4C in het Dagblad maar de aangeslagen Jan Jaap stond met een foto in de sportkrant van maandag.

Over het geven van die elleboogstoot mag ik geen mening hebben. In die tijd stond ik zelf bekend als een harde voetballer, die alles deed om te winnen. Een stevige tackle, een elleboog in een kopduel, ik deed het allemaal. Het was mijn manier om belangrijk te zijn voor de teams waarin ik speelde. Het viel ook allemaal wel een beetje mee, want ik heb in mijn hele carrière nooit een rode kaart gehad. Ook de tegenstanders namen blijkbaar geen revanche, want ik heb gelukkig nooit een wedstrijd hoeven missen vanwege een blessure.

Hoe hard waren we eigenlijk eind jaren tachtig en begin jaren negentig? En welke spelers waren dat in die tijd? Vanaf nu noem ik dat type speler voor het gemak even ‘schoppers’. Met alle respect voor genoemde spelers want deze mannen konden echt wel meer dan alleen maar een schop uitdelen. Anders houd

je je niet 10-15 jaar staande in allerlei eerste elftallen.

Je had verschillende soorten ‘schoppers’. In de eerste plaats spelers die vaak in het centrum als voorstopper voetbalden, sterk in de lucht waren en de organisatie van de ploeg goed konden neerzetten maar ook keihard waren in de duels. Peter Berend Slager (Stedum), Arjan Brondijk (De Heracliden), Harry Schaaphok (VIBOA), Gerrie Laning (Omlandia) en Gerrie de Groot (De Pelikanen) waren dat soort spelers. Ook enkele goede verdedigende middenvelders waren in die periode actief zoals Harke Rutgers van CVVB, Antonio Hensen van Noordwolde en Pieter Smit van Stedum. Spelers die op hun manier hard waren, ook voor zichzelf. Cijferden zich compleet weg voor het team en waren daardoor van onschatbare waarde.

Daarnaast had je de prachtige voetballer, vaak spelverdelers, die ontzettend hard konden zijn of op z’n tijd revanche namen op de verdedigende middenvelder die ze 90 minuten in hun nek zaten te hijgen. Het type ‘viezerik’. Denk aan mannen als Hans Boer (ex-FC Groningen en mijn medespeler bij Noordwolde), Willem Koopman (dé man op het middenveld van Middelstum) en Gert-Jan Hageman (de spil waar meestal alles om draaide en jarenlang mijn teamgenoot bij CVVB).

Ze konden er wat van: goed voetballen en keihard ingrijpen. Gert-Jan zorgde er ook vaak voor dat de meest vervelende speler van de tegenpartij na een minuut of 15 wel ophield. Het waren geweldige spelers voor je team omdat ze zichzelf uitstekend staande hielden in alle opzichten. Als het wat minder liep en er strijd geleverd moest worden gingen dit soort spelers niet met een schoon broekje van het veld.

Een andere categorie waren de spelers met een uitstekende tackle. Ze wilden niet gemeen zijn, maar wel hard. Iedere blocktackle wonnen ze. Belangrijkste eigenschap: altijd op de bal en na de tackle opstaan en met de bal aan de voet verder spelen. Voorbeelden hiervan waren Bert Roozeboom van CVVB en Dirk-Jan Elema van De Fivel. Echte winnaars met een geweldige wedstrijdmentaliteit.

Het mooiste vond ik altijd de aanvallers die gemeen waren. Jarenlang heb ik met Hans Vos gespeeld bij Noordwolde. Hans was meer dan 1.90m maar beschikte over een prachtige techniek. Iemand door de benen spelen gebeurde bijna wekelijks en hij was jaarlijks goed voor meerdere treffers. Maar Hans had ook een andere kant. Keihard, als het moest en uiterst gemeen. Als wij een vrije trap tegen kregen dan stond een speler van de tegenpartij niet lang bij ons in de muur. Met Hans Vos, Hans Boer, Dick Bus en mijzelf was dat snel voorbij. Hans moest veel incasseren maar deelde ook regelmatig uit. Dan had de tegenstander er ook echt om gevraagd en zag je het al minutenlang aankomen.

Als voorstopper stond ik in 4C ook vaak tegenover spitsen die een bepaalde hardheid hadden: Anno Wassing van De Heracliden (geweldige tegenstander!), Harrie Westra van Middelstum, Rudi Medema van De Pelikanen, Fokko Dijkstra van VIBOA en Eddy Schollema van CVVB. Dat vond ik de mooiste wedstrijden waarbij we ondanks alles toch altijd handenschuddend van het veld stapten.

Mocht er in die tijd meer van de scheidsrechters? Ik denk het wel. Er is de afgelopen 15 jaar heel veel aandacht besteed aan het aanpakken van tackles van achteren, rood geven bij het neerhalen van een doorgebroken speler en het bestraffen van het gebruik van een elleboog bij kopduels. Tackles van achteren dat viel vroeger erg mee en een doorgebroken speler neerhalen leverde vaak niet eens een gele kaart (toen een zogenaamde boeking) op. Wat dat betreft is er wel wat veranderd. Tot slot dragen ook de kunstgrasvelden tegenwoordig niet bij om een heerlijke tackle uit te voeren, al dan niet op de bal.

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69