Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Carel Bloemhoff, timmerman, politicus en voetbaldier

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Mijn volledige naam luidt Carel Jan Bloemhoff, ik ben geboren op 13 oktober 1933 in Leens. Ik kom uit een klein gezin, mijn oudere zuster is al op jonge leeftijd overleden. Mijn vader was aanvankelijk landarbeider en maakte lange dagen op de dorsmachine waar hij insteker was. ’s Avonds kon hij zijn ogen niet meer openhouden van de pijn, zo veel last had hij van het stof wat er bij de werkzaamheden vrijkwam. Ik heb er lang bij hem op aan moeten dringen om wat anders te zoeken, gelukkig kon hij zijn laatste jaren terecht bij de gemeentelijke plantsoendienst.

Ik heb mijn hele leven in Leens gewoond. Tot ongeveer mijn 27e in het ouderlijk huis, daar heb ik op het eind zelfs nog een tijdje met mijn vrouw bij mijn ouders ingewoond. Tweede kerstdag 1960 zijn we naar dit huis aan de Van Starkenborghstraat verhuisd. Tranen en tuiten toen we weggingen, hoewel we gewoon in Leens bleven wonen. Inmiddels woon ik hier al weer 55 jaar dus, met heel veel plezier!

Wat is uw burgerlijke staat?

Tweeënhalf jaar geleden ben ik helaas weduwnaar geworden. Mijn vrouw Martha leed aan de ademhalingsziekte COPD, een ziekte die tot ademnood leidt. Ik heb haar nog 3 jaar thuis mogen verzorgen. Na 6 verkering te hebben gehad, zijn we in 1960 getrouwd.

Of het liefde op het eerste gezicht was? Dat zal ik je vertellen. Er was vroeger in deze omgeving weinig vertier. Maar elke zondagavond gingen we naar de legendarische café Bulthuis, van eigenaar Joop Bulthuis, gelegen in het centrum van Eenrum, om te dansen. Dit mocht ik graag doen en ik was er ook aardig bedreven in. Daar kwamen vaak dezelfde mensen uit de wijde omtrek. De zaal ging om half 8 open, om 8 uur startte de muziek en om klokslag 12.00 uur was het afgelopen.

Daar heb ik de uit Wehe-den Hoorn afkomstige Martha Hofman leren kennen. Aanvankelijk had ik een oogje op haar nichtje maar uiteindelijk kreeg ik met Martha schallererij, zo gaan die dingen soms. In 1962 werd Klaas geboren, hij woont in Leens. Vijf jaar later volgde Willy, hij woont in Rasquert.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school ging ik eerst aan het werk, hoewel mijn moeder graag gezien had dat ik naar de MULO zou gaan. Mijn eerste 20 werkjaren heb ik in de bouw doorgebracht. In het beging overdag aan het werk en daarna 4 avonden in de week naar de ambachtschool, richting timmerman, en dat 5 jaren lang. Het was in die tijd geen rozengeur en maneschijn, je moest hard werken voor weinig geld. Een kameraad vroeg mij toen of ik ook bij Makkes bouwbedrijf in Groningen wilde gaan werken, net als hij. Mijn toenmalige baas wilde mij eerst niet laten gaan, ik was net bezig met een grote put in de kerk van Schouwerzijl.

Na deze klus geklaard te hebben, kwam ik toch bij Makkes terecht. Het was net alsof ik van de hel in de hemel belandde. We werden beiden voorman, en verdienden goed. ’s Weekend hield de baas ons op om samen met de boekhouder naar Friesland te gaan om te vissen. Een gezellige tijd dus. Begin jaren vijftig ben ik ook lid geworden van de huidige vakbond FNV, van de bedrijfsvereniging voor bouwvakkers. Na diverse cursussen gevolgd te hebben werd ik penningmeester van de afdeling.

Als penningmeester moest ik mensen zonder werk inschrijven en de uitkeringen en het vakantiegeld uitbetalen. Overdag aan het timmeren dus en ’s avonds kwamen de mensen bij ons thuis om zich in te schrijven of geld te ontvangen. Voor de vakbond toerde ik heel Nederland door, soms was ik wel een week van huis. Tijdens de cursussen leerde ik enorm veel van de sociale wetgeving, dit kwam mij later goed van pas.

Eind jaren zestig ging ik mij steeds meer voor de plaatselijke politiek interesseren. Ik bezocht de raadsvergaderingen en werd lid van de PvdA. Voor de verkiezingen van 1970 werd ik zelfs als lijsttrekker verkozen. Toen de partij een wethouder mocht leveren, kreeg de beoogde kandidaat hiervoor geen toestemming van zijn baas. En zodoende werd ik dus wethouder van de gemeente Leens. Het zou maar voor 1 dagdeel in de week zijn maar toenmalig CDA burgemeester Ausma sleepte mij overal mee heen waardoor ik soms 3 a 4 dagdelen onder de pannen was. En dat alles voor een jaarlijkse vergoeding van 4200 gulden per jaar. Van mijn toenmalige baas mocht ik zaterdagmorgen extra aan het werk om toch nog een beetje aan mijn uren te komen.

In 1973 werd er een woonvorm voor lichtelijk gehandicapte mensen gebouwd. Ik heb hier gesolliciteerd naar de functie van technische man. De burgemeester heeft een goed woordje voor mij gedaan. Toch moest ik nog even stevig onderhandelen want ik wilde graag hetzelfde verdienen als bij Makkes. Uiteindelijk zijn we er uit gekomen en zodoende werd ik manusje van alles in het tehuis. Mensen vervoeren, timmeren, meehelpen dat de bewoners onder de douche kwamen enz.. Ik draaide mijn hand nergens voor om. Een mooie en gezellige tijd, waarin we bijvoorbeeld regelmatig een disco voor de circa 20 mensen organiseerden.

Na 4 jaar wethouder te zijn geweest, werd ik weer 4 jaar fractievoorzitter om na de volgende verkiezingen toch weer 8 jaar wethouder te worden. Uiteindelijk ben ik in 2006 na een periode van 35 jaar gestopt met mijn politieke carrière. Rijk ben ik er niet van geworden maar het was een mooie tijd. Ik was zelfs een tijdje loco-burgemeester en mocht gaandeweg het wethouderschap steeds vaker het woord nemen. Toen burgemeester Ausma benoemd werd tot burgemeester van Hattem mocht ik speechen tijdens zijn installatie. Leuk om te doen, met wat klinkslagen en Groningse uitdrukkingen tussendoor. Het leverde uiteindelijk een klaterend applaus op. Ach, ik kon dan ook lezen en schrijven met die man en heb het nodige met hem beleefd.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Toen ik 60 jaar was, werd de toenmalige woonvorm in Wehe-Den Hoorn opgeknapt. Tegelijk werd in Bedum een nieuw tehuis gebouwd. Er was sprake van dat ik hiernaar toe moest verhuizen. Daar had ik helemaal geen trek in. Ik heb toen aan onze boekhouder gevraagd wat het zou mij zou kosten wanneer ik vervroegd met pensioen zou gaan. Het bleek dat ik er weinig op achteruit zou gaan. Toen was de beslissing snel gemaakt. Na nog een groot afscheidsfeest gegeven te hebben, zwaaide ik in 1993 af.

Verveeld heb ik mij nooit. Ik had natuurlijk nog mijn politieke carrière en was ook in de voetballerij actief. Zelf heb ik ook gevoetbald maar nooit in het eerste elftal. Ik probeerde de elftallen bij elkaar te houden en ging met dat team mee dat te weinig spelers had. Dat had ook met mijn bestuursfunctie van secretaris te maken. Deze functie kreeg ik als broekie van 25 bij de toenmalige zondagtak De Marne. Ik was in die tijd ook jeugdleider en na op cursus te zijn geweest, was ik de eerste jeugdleider bij de voetbalclub met een diploma op zak.

Leens had in die tijd 2 voetbalclubs wat toen bestond ook de Leenster Christelijke Sport Vereniging nog. Na 5 jaar gebakkeleid te hebben over het samengaan werd in 1970 daadwerkelijk tot een fusie besloten, en zo is het huidige FC LEO ontstaan. Na de fusie is er nooit meer over politiek of geloof gepraat. Met vallen en opstaan heeft FC LEO zich ontwikkeld tot een hele ‘nuvere’ club! Ik heb 32 jaar voorzitter mogen zijn van deze prachtige voetbalclub, van 1973 tot 2005. Toen ik stopte als voorzitter kreeg ik van de KNVB de Gouden Speld overhandigd voor al mijn verdiensten in de voetballerij.

Ik ben nu nog alle zaterdagen op het voetbalveld van Leens te vinden en verzamel nog steeds alles uit de kranten wat over LEO gaat. Plakboeken vol in de loop der jaren en hieruit is in 2008 tijdens het 75 bestaan van de voetbalclub een mooi jubileumboek samengesteld. Ik heb al deze plakboeken aan de club geschonken. Deze zijn opgeslagen in een speciale kast waarvan alleen Eiko Medema de sleutel heeft.

Ik ben ook jarenlang secretaris/penningmeester van Hengelclub Leens geweest. Zondagmorgen was ik altijd aan het vissen en in de tijd dat ik nog een seizoenskaart van FC Groningen had, ging ik dus om de week naar de thuiswedstrijden. Dit vond Martha op den duur te gortig, ik moest maar een keuze maken. Zodoende ben ik gestopt met vissen. Tegenwoordig ga ik nog elke zondag naar een wedstrijd in de regio. Zo ben ik vaak bij Kloosterburen, Eenrum of Hunsingo te vinden. Verder mag ik graag tuinieren en ik ben al 25 jaar voorzitter van de Dierenweide Leens. Dat is het enige vrijwilligerswerk wat ik nog doe.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

De dag dat ik trouwde met Martha. Zij was toen al 28 jaar en ze zei tegen mij: “Zorg er maar voor dat ik voor mijn 30e een ‘potje krieg’ en dat is gelukt, haha… Martha heeft mij tijdens al mijn bezigheden en werkzaamheden ondersteund, daar ben ik haar heel dankbaar voor. Ze ging altijd mee naar speciale bijeenkomsten op politiek gebied of tijdens bijeenkomsten van de vakbond of de voetbalclub. Daardoor heb ik alles kunnen doen wat ik gedaan heb. Zij stond altijd achter mij!

En de dieptepunten?

Toen Martha COPD kreeg, heb ik haar 3 jaar thuis mogen verzorgen. Ze wilde graag in de woonkamer sterven, daar stond ook haar ledikant. Op den duur lukte het verzorgen echt niet meer, zij is toen opgenomen in Twaalf Hoven in Winsum. Daarover was ze de eerste 3 dagen nog vrij enthousiast maar ze is er na 5 dagen overleden. Zelfs toen ze zo hulpbehoevend was, liet ze me vrij wanneer ik in het weekend eens naar een wedstrijd wilde. Haar sterven is een enorm verlies voor mij geweest.

Zelf heb ik onlangs ook 19 dagen in Twaalf Hoven doorgebracht want ik heb een nieuwe knie gekregen. Best wel een pijnlijk proces maar ik kan er nu hopelijk weer vol tegenaan. Verder mag ik over mijn gezondheid niet klagen. Wel heb ik vroeger TBC gehad en moest ik van mijn 18e tot mijn 20e opgenomen worden in een sanatorium. Dat was ook best wel een zware tijd.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Op 7 december 1989 ben ik Geridderd in de orde van Oranje Nassau en dat terwijl ik eigenlijk een felle tegenstander van de lintjesbenoeming was. Ik zou die dag opgehaald worden om naar het Stadspark te gaan, daar zou de minister komen om te praten over de gehandicaptenzorg. Ik moest maar een mooi pak aantrekken, want een minister ontmoet je natuurlijk niet dagelijks.

Groot was mijn verbazing toen we langs het Stadspark reden. Ik zei nog: “We moeten hier af!” Maar we reden terug naar Wehe-Den Hoorn waar een volle zaal met mensen op mij wachtte. Ik was er dus mooi ingetuind en had zelfs aan mij vrouw, die natuurlijk in het complot zat, niets gemerkt. Toen ik die volle zaal met mensen zag, was ik inderdaad wel even geëmotioneerd.

Wat dat betreft ben ik sowieso wel een emotioneel mens. Dat heb ik al van jongs af aan. Als de meester vroeger op school droevige verhalen vertelde, sprongen mij de tranen in de ogen. Als wethouder was ik regelmatig afgevaardigde namens de gemeente naar toneelvoorstellingen. Vaak gingen dergelijke stukken over boerenknechten of meiden die afgebeuld werden door hun baas. Daar werd ik dan weer emotioneel van. Na die tijd moest ik vaak speechen met natte mouwen van mijn jasje waarmee ik mijn ogen droogde. “Volgend jaar toch maar een klucht!”, merkte ik dan maar op. Ze wisten ook wel dat ik intensief met het toneelstuk meeleefde.

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Geen bijzondere dingen meer. Ik leef voor de sport en vind het heerlijk om in het weekend langs de lijn te staan. Lekker voetbal kijken en slap ouwehoeren met de andere toeschouwers. Zaterdag ga ik trouwens met mijn zoon naar het Duitse Vechta, waar een wedstrijd is van het WK grasbaanraces. We gaan er met een bus heen vanuit Eenrum en keren ’s nachts terug. Dit zijn ook uitstapjes waar ik mij op verheug.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Ik heb nergens spijt van. Alles wat ik graag wilde doen, heb ik weten te realiseren. Dat we door omstandigheden geen kleinkinderen hebben gekregen, vond ik vooral spijtig voor mijn vrouw. Het houdt wel in dat het geslacht Bloemhoff langzaam verdwijnt in dit gebied.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Dat wordt een mooi cijfer, een 8. Ik zou mijn leven zo weer over willen doen. Door mijn levenservaring af en toe wel iets anders maar ik ben blij met het bewogen leven wat ik tot dusver heb geleid.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Ik zou het echt niet meer weten wat ik nu nog kwijt zou moeten. Daarbij heb je al zoveel opgeschreven, daar moet vast wel een verhaal van te maken zijn…

 

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69